#ouderzonden: ira – over de spreekwoordelijke knoppen

Waarmee duwen mijn dochters op mijn spreekwoordelijke knoppen, dat is de vraag van de week in de reeks ouderzonden.  Ze gaat over die knoppen die me in geen tijd van rustige, begripvolle, alles onder controle hebbende vrouw in hysterisch gillende dramaqueen veranderen.  Ik zal het bestaan ervan niet ontkennen.  Ze zijn het makkelijkst te vinden in de ochtend- en avondlijke uren.  Wanneer ik nog/ al wat moe ben en gehaast om respectievelijk ergens en nergens te geraken.  Die nergens slaat dan op de eerste plek waar mijn achterwerk kan neerploffen.  Waar ze voor de gemiddelde medemens best moeilijk te vinden zijn, lijken het wel gigantische, flikkerende neonknoppen voor mijn kinders.

Ik vraag me soms af of het een bewust proces in hun hoofd is.  Zo van “als ik nu nog even zus zeg en zo doe en vooral niet xyz, dan gaat ze zeker ontploffen”.  En dan zo’n zelfvoldane grijs wanneer het gelukt is en ze mij zien worstelen met het dilemma tussen ‘ze hebben het echt wel zelf gezocht’ en ‘oh nee, nu heb ik weer gebruld en ik had me nog zo voorgenomen dat niet meer te doen’.  Mindfull parenting en al, ik ken de theorie en als ik over voldoende innerlijke rust beschikte om te mediteren zou de praktijk me misschien wat makkelijker afgaan.  Niet dus.  Met de regelmaat van de klok weten ze die knoppen te bedienen.

Hemeltergend getreuzel.  Dat is de snelste weg richting knoppen.  Toegegeven, voor iemand met het geduld van een mier, is getreuzel al snel hemeltergend.  Iemand vertelde me ooit dat ze op de werkvloer zonder me te zien al wist dat ik eraan kwam, louter afgaand op het tempo van de voetstappen.  Ik kan namelijk niet slenteren.  Enfin, in theorie zou ik het wel kunnen, maar ik word er ongelooflijk snel heel erg slecht gezind van.  Geen ergere nachtmerrie dan gevangen zitten in een grote groep slenterende mensen.   Mogelijk hebben mijn kinderen het geduld van hun vader geërfd, dat lijkt meer op dat van een olifant.  Ofwel hebben ze nog steeds niet de leeftijd bereikt waarop ze zich bewust zijn van het fenomeen tijd.  Wanneer zij ergens op wachten, beschikken ze nochtans ook over het geduld van een mier.  Wanneer ze iets moeten doen daarentegen…  Vooral wanneer dat iets in hun ogen volstrekt onbelangrijk is als tanden poetsen of schoenen aandoen.  Elke activiteit eigenlijk die voorafgaat aan het huis verlaten om tijdig ergens te verschijnen.

Ik probeer dat gevoel voor tijd er wel degelijk in te krijgen.  Mijn instructies luiden meestal ongeveer als volgt: “het is 5 over 8, we moeten over 5 minuten vertrekken, wil je nu je tanden gaan poetsen en vervolgens je schoenen en jas aandoen want anders komen we te laat op school.”  Vermoedelijk zit het probleem aan het eind van deze zin.  Te laat op school komen wordt niet aanzien als een groot probleem.  Het gebeurde ook nog vrijwel nooit, dus is geen geloofwaardig statement.  En dus slepen ze zichzelf de trap op als ware het de beklimming van de Mount Everest, blijkt de badkamer plots een speelparadijs en de tandenborstel verstopt.  Wanneer er dan vrolijk gillende kindergeluiden neerdalen langs diezelfde trap, dan barst er een lawine in me los die niet te stoppen valt.  En dan herhaal ik de eerder vermeldde instructies op een ietwat minder rustige en ongetwijfeld zelfs minder duidelijke, maar veelal toch effectievere en vooral luidere manier.  Niet dat ze er echt danig van onder de indruk zijn – mama overdrijft weer eens, we doen dit elke morgen en komen toch nooit te laat – maar ze doen tenminste wat hen is opgedragen.  Het is veelal pas ergens halverwege de wandeling naar school, nadat ik nog eens 4 keer heb gevraagd schoenen en jassen aan te doen, nog een keer naar boven liep omdat ze het niet nodig vonden een pull aan te doen tot ze buiten stonden te bibberen, op zoek moest naar een reserve fluo hesje want dat hangt nog op school en vakkundig de tweede handschoen uit de hoogste kast viste waar ze hem vakkundig ingooiden, dat ik weer kalmeer.

Dat ik elke ochtend een jaar ouder word, doet hen een keer met de ogen rollen.  Dat het geen enkele zin heeft me erin op te jagen, weet ik.  Ik probeer het dus ook te vermijden.  En gewoon 5 minuten vroeger met mijn litanie te starten.  Ik twijfel er geen seconde aan dat dit herkenbaar is voor veel andere ouders.  Ik hoorde het namelijk al vaak.  Ochtendrituelen met tekeningetjes, beloningskaarten, … ze passeerden allemaal al een keer de revue maar echt werken doen ze niet.  Ze missen namelijk de tijdsdimensie.  Het is niet dat ze het niet doen of niet kunnen, het is dat ze het zo traaaaaaaaaaaaag doen…  Dus tenzij ik een gigantische stopwatch in huis ophang die ik bij elke actie opzet en die een gigantisch alarm uitlokt wanneer ze te laat zijn, vrees ik dat ik het zal moeten verdragen.  Maar hoe lang dan nog precies?  Vanaf welke leeftijd beperkt je taak zich tot het roepen van ‘opstaan’ onderaan de trap en mogelijk nog een keer ‘ik vertrek’ waarna ze zich maar moeten haasten of de fiets nemen?  Wellicht pas in de puberfase waar ik dan ook weer niet naar uit kijk dus laat ik ze mijn knoppen nog maar even naar hartenlust bedienen.  Er zijn nog andere paden richting die knoppen, maar die bewaar ik voor een andere keer.  Nu ben ik vooral benieuwd of ik dit verhaal nog ergens anders zal zien opduiken in ouderzonden, wedden van wel?

Dit is het voorlaatste artikel van deze blogchallenge.  Eerder verschenen zonden vind je hier: gulainvidia, luxuriaavaritiasuperbia.  

3 Comments

  1. bij een moeder staan die alarmknoppen altijd op scherp,
    en vader telt dus op deze vanzelfsprekende zekerheid,
    en leunt daarom gemakkelijker achterover?
    denk ik…toch?

    Like

Plaats een reactie