Ik wil veel. Te veel?

Het moet ergens halverwege de grot geweest zijn dat ik tot inzicht kwam.  Skocjan jame.  Jame betekent grot, slap is waterval en pot weg.  Veel meer Sloveens pikte ik niet op.  Het feit dat deze woorden bleven hangen duidt erop dat het een actieve vakantie was.  Daar hou ik wel van, een hele week lui op een strandstoel liggen is mijn ding niet, nog los van het feit dat je dat met kinderen erbij toch wel kan vergeten.  Maar ik wil veel, te veel.  Dat was dus wat ik me halverwege die prachtige grot, erkend als werelderfgoed door Unesco, realiseerde.

Ik maak graag plannen, het liefst grootse plannen.  En eens die in mijn hoofd zitten, moeten ze ook uitgevoerd.  Waarom een doel stellen als je er niet alles aan doet om het te bereiken.  En de onschuldige omstaanders, die moeten maar mee.  Niet flauw doen, niet zeuren, gewoon blijven gaan.  Het begon met die berg die we zouden beklimmen.  Vogel, zo heette hij.  Like a fairytale, beloofden ze.  Hoe kon ik er wegblijven?

IMG_20180705_101359_resized_20180714_110751919

We reden naar het dalstation want je beklimt hem grotendeels met een lift.  Wat we daarboven precies zouden doen, daar hadden we nog niet heel erg over nagedacht.  We namen een plan en er bleek een toer te bestaan die je kon afleggen.  Dat klonk goed.  Ok, een behoorlijk eind stappen, maar dat konden we wel aan.  Het kon deels met een zetellift.  Dat ik daar niet nog eens extra voor ging betalen, dacht ik initieel.  Maar het bleek inbegrepen bij de andere lift en de dochters verkozen uiteraard het liftje.

Ook met die lift, bleek het nog een stevige klim.  En voor we de top bereikten, had Amelie er al genoeg van.  Stoppen betekende dezelfde weg terugwandelen.  En ik had dus die toer in mijn hoofd.  Nog even klimmen, vervolgens over de bergkam en dan afdalen.  Dat het nog best ver was, zei de man.  Maar de toer zat in mijn hoofd en dus wendde ik mijn ouderlijke macht aan en dirigeerde de dochters naar boven.  Het was mooi.  Het wandelen over de bergkam was prachtig.  En toen waren er schaapjes.  Amelie was weer vrolijk, we stapten lekker verder.  Weliswaar wat trager dan we zonder kinderen zouden doen.  De man duidde op de kaart dat het nog steeds een heel eind was.  Intussen was Celeste het een beetje zat.  Ik stak maar weer een peptalk af.  Om een of andere reden lijk ik steevast de achterhoede te vormen.  Samen met het kind dat het het meest beu is.  Motiverende woorden afgewisseld met reprimandes wanneer ik mijn geduld even verlies.  Genre: zeur niet, kijk eens hoe mooi het hier is, het wandelen is het doel niet de eindbestemming, je kan echt wel nog een beetje stappen, enz.

IMG_20180705_123303_resized_20180714_110752324
De top.  Toen we dachten dat het makkelijk zou worden…

Het leek effectief wel te blijven duren.  Subtiel wierp ik een oog op de kaart en de man.  We waren er nog lang niet.  We kwamen aan een splitsing.  50 minuten naar beneden of 45 minuten tot aan het zetelliftje waren de opties.  Elke minuut telde, de laatste keer dat er 50 minuten stond deden we er anderhalf uur over.  We gingen voor het liftje.  Het bleek een lastig pad.  Vol keien en steile stukjes.  Ik vormde intussen de achterhoede met Celeste en moest naast voortdurend peptalk verkopen ook haar hand vasthouden zodat ze niet uitgleed.  Dat we toch beter de andere route hadden genomen, meldde ik de man.  Dat dit pad een zwart lijntje op de kaart was, dat ik dit had kunnen verwachten.  Euhm, nee, dat soort informatie verdient een expliciete vermelding.  Maar ik wijk af.  Het pad eindigde zo’n 200 meter onder het liftje en na een laatste stevige klim onder het voortdurende herhalen van het mantra ‘hand in hand raken we overal’, haalden we de finish.  Ik voelde voldoening.  De kinderen eerder ergernis.

IMG_20180705_150800_resized_20180714_110752641 (2)
Moe, maar voldaan!?

En toen was er dus die grot.  Met 2 opties: de basisroute en de uitgebreide route.  Dat we de uitgebreide eigenlijk wel konden doen, de starturen sloten mooi aan.  Twee uur voor de basisroute en dan waren we precies op tijd voor de start van deel 2.  Ik koos natuurlijk voor die optie.  Dat van die ezel blijkt niet op mij van toepassing.  Halverwege de basisroute had Celeste het wel gezien.  Maar deel 2 was betaald en zat in mijn hoofd dus ze zag zich wederom meegesleurd naar nog een grot.  Toen besefte ik het dus.  Dat ik misschien niet altijd alles moet willen.  Dat één grot ook volstaat.  Dat je in het leven soms genoegen moet nemen met wat minder.

Na die grot trokken we naar de Adriatische kust.  Twee dagen zonnekloppen langs het zwembad, de kinderen herademden zichtbaar.  De laatste camping bevond zich opnieuw in de Sloveense bergen.  Er moest weer gewandeld worden.  Wat op papier een eenvoudige trail van een 5-tal kilometer leek, bleek wederom een stevige kuitenbijter van minstens de dubbele afstand.  De tijdsinschattingen van de Slovenen blijken eerder optimistisch.  Prachtig was het er wel, maar kinderen blijken dat toch net iets minder te waarderen als het ook vermoeiend is…  “Wat we op onze laatste dag zouden doen?”, vroeg ik me die avond luidop af.  “Langs het riviertje zitten, wat dammetjes bouwen, zwemmen en zonnen”, antwoordde de man.  De kinderen zagen het helemaal zitten.  Ik slikte mijn antwoord in.  Het was heerlijk.  We besloten ook in de namiddag al in te pakken en alvast een stuk van de 1200 kilometer die ons van het thuisfront scheidden af te leggen.  Niet het onderste uit de vakantiekan halen, maar de ambities matigen.  Zou ik het eindelijk geleerd hebben?

Dat ik het alvast niet op alles ga toepassen.  Het dilemma zelfstandig in bijberoep versus hoofdberoep raakte niet beantwoord op vakantie.  Ik wil en de flexibiliteit van mijn huidig leven en een rendabel bedrijf.  Ik wil het leven van de voorbije maanden aanhouden ook zonder die financiële paraplu van de ontslagvergoeding.  En misschien is in deze dat willen wel het beste middel om een manier te vinden om het te doen.  Geen compromissen, niet twijfelen, geen wat als, geen gezeur meer over sociale lasten, er volledig voor gaan.  Het klinkt alsof het dilemma eigenlijk wel beantwoord raakte.  Alleen niet met de levensles die ik halverwege die grot opdeed.  Stiekem wil ik als het enkel over mezelf gaat nog steeds alles.  Alleen zijn er natuurlijk ook in deze omstaanders, grotendeels dezelfde.  Dat het dus maar beter lukt.

3 Comments

Plaats een reactie