Over zelfredzaamheid: 10 dingen die mijn kinderen niet kunnen

Ik klaag niet hoor, ik zou niet durven tijdens deze 30 dagen zonder klagen.  Ik heb welopgevoede, brave kinderen waar je overal mee kan komen.  Ze zijn intussen al behoorlijk zelfstandig en kunnen veelal goed alleen of met mekaar spelen wat maakt dat ik weer wat meer tijd voor mezelf heb.  Alleen zijn er dus een paar dingen die ik hen maar niet aangeleerd krijg.  Tien om precies te zijn.  Enfin, misschien nog wel wat meer, maar 10 die me zo spontaan te binnen schoten.

Ik heb 2 dochters, ze zijn 6 en 8.  Bijna 7 en 9 zoals ze zelf benadrukken.  Volgens die definitie zou ik bijna 38 zijn, maar er komt een punt waarop je je leeftijd geen minuut te vroeg meer aanpast.  Eigenlijk beschouw ik mezelf als voor altijd 34.  Maar goed, zij zijn dus 6 en 8 en zeker de oudste zou toch al in staat moeten zijn om de dingen op mijn lijstje zelf af te handelen.  Misschien kan ze het ook wel, maar doen…

Nu wil ik niet zomaar alle verantwoordelijkheid van me afschuiven.  Ik heb zelf ook boter op mijn hoofd.  ‘Korte pijn, lang plezier’ noemen ze dat in managementopleidingen.  En ook wel ‘leer ze vissen i.p.v. de vis te geven’.  Je investeert even wat tijd om iemand iets aan te leren en laat ze ook om fouten maken en daaruit leren.  Dat is misschien niet zo plezierig, maar eens ze het kunnen, levert het dus wel lang plezier op.  Ik snap het en pas het ook toe, maar blijkbaar onvoldoende waar het de opvoeding van mijn dochters betreft.  Daar moet ik dus eerst werk van maken voor ik hen er scheef voor bekijk.  Geduld is mijn grootste vijand in deze.  Of liever mijn gigantische ongeduldigheid. De volgende keer leg ik hen nog eens rustig uit hoe het moet en prijs ik ze de hemel in wanneer ze het, nou ja, minstens redelijk goed doen.  Oefening baart kunst.  Nu maar hopen dat de volgende keer er eentje is waarop ik tijd heb…

  1. Broekkousen aandoen: ik zei het al, ik heb dochters.  En dochters dragen op elke leeftijd tot al minstens bijna 9 (verdere ervaring zal uitwijzen hoe lang deze fase precies nog duurt – alvast niet tot bijna 38 want mij vragen ze regelmatig waarom ik ‘altijd’ een broek draag) liefst een kleedje.  Of een rok, maar toch nog liever een kleedje.  In de winter horen daar broekkousen bij.  Ik zit hier dus nog steeds elke ochtend op mijn hurken te helpen om die aan te trekken.  Want “dat is zo moeilijk, mama, dus wil je alsjeblieft (dan kennen ze dat woord plots wel!) helpen” – smekende blik incluis.  Eigenlijk lukt het de 6-jarige wel meestal zelf.  En het moet zijn dat ze het allebei kunnen, want ze dragen ze ook wanneer er turnles is op school en ze zich dus moeten omkleden.  Ik kan me niet voorstellen dat de turnjuf even vatbaar is voor de smekende blikken.  Korte metten mee maken dus.
  2. Zich haasten: “haast en spoed is zelden goed”, zegt een Vlaams spreekwoord.  “Behalve wanneer je naar de WC moet”, voegde mijn leraar wiskunde daar ooit aan toe en het is nooit meer uit mijn hoofd gegaan.  Waarvoor dank.  Bon, haast en spoed is misschien niet goed, treuzelen ook niet.  Toch niet voor mijn geestelijke gezondheid.  Ik ging hier al een keer eerder uitvoerig op in (lees het hier).  Er is sindsdien weinig veranderd.  Ik mag als een gek door het huis rennen onderwijl roepend dat we dit keer echt te laat zullen komen, het laat mijn dochters Siberisch koud.
  3. Vlees snijden: vis is geen probleem, deels omdat 50% van mijn kinderen het niet eet.  Dat ik voor de 6-jarige het vlees nog in hapklare brokjes moet snijden, tot daar.  Maar een 8-jarige zou dat toch al zelf moeten kunnen hé?  Het is nu niet dat ik ze taai vlees voorschotel van een kip die hier al een paar jaar in de tuin heeft rondgescharreld.  Zelfs worsten en gehaktballetjes moeten voor mevrouw worden gesneden.  Verwend zeg ik u, ook daar gaan we korte metten mee maken.
  4. Met mes en vork eten: “Mag ik een lepel?”, is de meest gestelde vraag aan tafel (na “Wil je mijn vlees snijden?” zoals je intussen weet).    Ze scheppen ook wel met hun vork.  Het doet me nog het meest denken aan een boer en zijn riek.  Dat zei ik ook al meermaals, steevast onthaald op een prachtige oogrol-beweging.  De prikfunctie van dat ding vinden ze ook zwaar overschat.  Wanneer ik vraag om met mes en vork te eten, doen ze dat zo onhandig dat ik er bijna medelijden mee krijg.  De vork gaat dan om een of andere reden ook steevast naar de rechterhand…  Ik doe dit nochtans elke dag voor, ze hoeven slechts te kijken hoe ik eet.  Het blijkt moeilijk en eerlijk waar, ik weet niet hoe ik ze dit aangeleerd krijg.  Ofwel kunnen ze heel goed acteren ofwel kunnen ze het echt niet.
  5. Boterhammen smeren: over die brooddoos gesproken, vanaf wanneer smeert een kind zelf zijn boterhammen?  Want net zoals met het snijden van dat vlees en het eten met mes en vork blijkt dat een zeer moeilijke handeling.  Het gaat meestal al fout bij de boter.  Die verandert een stevige boterham zonder fout in een onsamenhangende verzameling kruimels.  Vlees of kaas zonder boter moet lukken, maar dan krijgen ze de korsten weer niet doorgesneden.  *zucht* Ik doe het wel zelf.
  6. Recht zitten aan tafel: we hebben een kook- en eeteiland.  Daar hoorden krukken bij en we maakten de fout die samen met de kinderen te gaan uitzoeken.  Draaien moesten ze kunnen om door hen te worden goedgekeurd.  En draaien doen ze, een hele maaltijd lang…
  7. Niet onderbreken: of het nu met bezoek is, de gesprekspartner op een feestje of mijn man tijdens het eten, het feit dat mama aan het praten is, vinden ze absoluut geen reden om zich er niet tussen te wringen.  Het lijkt ook wel een privilege van kinderen.  Hoe vaak gebeurt het niet dat een gesprek onderbroken wordt wanneer het kind van je gesprekspartner plots iets komt vragen.  Vaak wordt het zelfs niet meer terug opgepikt wanneer de mama of papa in kwestie dringend mee moet van het kind.  Ik kan er echt niet tegen.  Ik negeer ze eerst even en praat verder.  Meestal werkt dat niet – het is wellicht ook niet zo opvoedkundig correct – en dan onderbreek ik het gesprek toch even om ze aan te manen tot wachten.  Maar echt rustig verder praten en luisteren doe je niet meer wanneer daar zo’n wiebelkind ongeduldig naar je staat te staren…
  8. Bij de eerste vraag antwoorden: ondanks voorgaande voorbeeld waarbij ik toch echt wel wordt geacht onmiddellijk naar hen te luisteren, doen zij dat zelden.  Let op, of ze een snoepje willen hoef ik maar één keer te vragen.  Wat ze in hun brooddoos willen daarentegen…
  9. Zoeken: ik word geacht ten allen tijde te weten waar alles ligt.  Ongeacht wie het als laatste gebruikte.  Bij speelgoed veelal zijzelf uiteraard.  Ik spoor hen natuurlijk aan tot zoeken en geef wat tips.  Dan blijft het even stil en kijken ze een beetje in het rond om al snel te concluderen dat ze het niet vinden en ik moet helpen zoeken.  Eén van de plaatsen die ik suggereerde blijkt meestal juist, desondanks waren zij toch niet in staat het daar te vinden.  Vooral niet in staat te zoeken dus.
  10. Opruimen: ongetwijfeld de verklaring waarom ze zo vaak moeten zoeken.  Ze ruimen wel op, maar dat komt eigenlijk meer neer op het verplaatsen van de dingen.  Of het in een kast proppen.  Het belandt in ieder geval vaak niet op de juiste plaats.  Wat maakt dat ik om de zoveel tijd aan de slag moet om al het speelgoed weer te sorteren.  Geweldig vinden ze dat, er is plots veel meer om mee te spelen wanneer het allemaal mooi gesorteerd is.  Alleen schijnt dat onvoldoende motivatie om het dan ook zo te houden…

Willen jullie me alsjeblieft geruststellen dat minstens een paar dingen op dit lijstje herkenbaar zijn?  Of ging ik hier opvoedkundig echt totaal de mist in?

7 Comments

  1. Zeer herkenbaar! Hier zijn het een jongen en drie meisjes tussen 9 en 3. Vooral dat zoeken en dat opruimen is bij ons een issue. Het komt allemaal goed, denk ik dan. Met ons is het toch ook min of meer in orde geraakt 😉

    Geliked door 1 persoon

  2. Mijn kinderen zijn nog maar pas 4 en 1,5, dus qua zelfredzaamheid zitten we nog niet zo ver. Ik was me nu onlangs wel aan het afvragen wanneer ik mijn zoon van 4 moet leren om met mes en vork te eten, want hij eet nu ook altijd met een lepel. Als ik lees dat dat op latere leeftijd ook nog zo is, voel ik al wat minder tijdsdruk. Hij kan zichzelf al wel zelf aan- en uitkleden (hoera!), al zei hij vorige week wel dat hij op school wel zelf zijn broek kan dichtdoen, maar thuis niet. Het is maar dat we het weten…

    Like

  3. Van die periode herinner ik me precies niet veel, maar dacht wel dat jullie al heel jong netjes konden eten. Boterhammen nam je pas mee vanaf 3de middelbaar en denk dat je die zelf klaarmaakte tenzij je te laat wakker werd?
    Maar over het algemeen vind ik dta je kindjes het prima doen hoor, en ook hun nichtjes, dus zou me niet te veel zorgen maken op dta gebied, komt wel goed.
    Geduld is spijtig genoeg niet aan onze genen mee gegeven, moeke had het niet, ik ook niet en vrees jullie beide dochters ook niet?

    Like

  4. Heerlijk, … eerlijk
    in zoveel herkenbaar!
    Opruimen is een dagelijkse dwangmatige oefening, tot in den treure
    met veel gezucht in beide kampen!
    Tafelhistories gaan tot ver in de puberjaren door leven…
    Brooddozen ( Pelterse poetzakken, )kregen pas een eigen leven in collegetijd,
    toen per abuis de verkeerdevoorkeuren verwisseld mee genomen werden,
    en huisreglement van ‘bedien jezelf ‘ingevoerd werd.

    Super, jij en de jouwen zijn goed bezig

    je schoonmoeder ;- )

    Geliked door 1 persoon

  5. Vanaf nummer 7 is alles herkenbaar! Zeer herkenbaar zelfs!! Ik heb er hardop om moeten lachen. Bij mij wordt alles beantwoord met “ja maar eigenlijk…”. En dan denk ik: als ze tiener worden en het huis uit willen, dan gaat dat allemaal ineens vanzelf!!

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie